Nederlandse Raskatten Vereniging

Bij ons staat gezondheid op één. 

De zachtaardige Blauwe Rus, de aristocraat onder de katten

door Annemarie Mariën
foto’s: Jasmin Trok, Patrice Crenerinne, Anita van Leeuwen


Alhoewel zijn Russische afstamming voor sommigen twijfelachtig is, wordt toch aangenomen, dat de Blauwe Rus zijn orgines heeft in de streek van de Witte Zeehaven in NW Rusland.
Blauwe kortharige katten werden destijds in Rusland beschouwd als geluksbrengers. Heel wat gezinnen hadden zo’n kat in huis rondlopen of, als alternatief, de afbeelding van een kleine blauwe kat aan de muur hangen. 
Zeelui en handelaars brachten deze katten mee van hun reizen in Rusland en introduceerden ze zo in Engeland in de eerste helft van de 19 de eeuw. Vanaf ongeveer 1850 werden ze geshowd in de Crystal Palace-tentoonstellingen in Londen. Toendertijd werd de Blauwe Rus ook Archangelkat, Spaanse Blauwe Kat, Maltese Kat of simpelweg Foreign Blue genoemd. 
In 1983 werden Olga, Pashoda en Yula geïmporteerd uit Archangelsk door mevrouw Carew-Cox en in 1898 kwam de kater Bayard uit Rusland. Deze katten werden beschreven als zijnde "slank", lang, gracieus en met een dikke zilverige vacht". 
Een eeuw geleden beschouwden heel wat "kattenexperts"de Blauwe Rus niet als een apart ras en de toenmalige first lady van de GCCF Frances Simpson beweerde dat het geen specifiek ras was en daarom ondergebracht werd bij de kortharige Engelse rassen.
In de VS schreef Helen Winslow zo rond dezelfde periode dat veel mensen de Rus beschouwen als een lichter gekleurde versie van de zwarte kat(!), bekend als Archangel, Russisch Blauw of Chartreuse Blauw.

Tijdens de eerste kattenshows vanaf 1850 werd de Blauwe Rus samen met de British Blue in dezelfde klas gekeurd, alhoewel zij beiden aanzienlijk van uiterlijk verschilden. Dat verklaart ook hetzelfde rasnummer 16, waar veel later een kleine a aan werd toegevoegd voor de Blauwe Rus.

De British Blue viel door zijn pluizige vacht en zijn gedrongen uiterlijk meer in de smaak bij zowel keurmeesters als publiek en de Blauwe Rus raakte hierdoor wat in de verdrukking én uit de interesse.
Dit duurde ongeveer tot 1912, toen de beide rassen eindelijk werden onderverdeeld in British Blue en Foreign Blue.
De populariteit van de Blauwe Rus nam geleidelijk aan toe tot aan WO II.
In 1948 werd het ras (eindelijk) officieel "Russisch Blauw" gedoopt.
In 1907 arriveerde de eerste Russisch Blauwe Kat in de Verenigde Staten. Eigenlijk pas in 1947 begonnen fokkers daar met een systematisch fokprogramma, maar na een periode van niet al te selectieve fok werden de Blauwe Russen katten die onderling enorm van elkaar verschilden en zelfs wat begonnen te lijken op de American Shorthair.
Na WO II bleven er, dankzij Mrs Rochford van de Dunloe-cattery 3 fokkatten over in Engeland.
Deze katten werden later, uit pure noodzaak, gekruist met Siamezen, Brits Korthaar en zelfs met Burmezen.
Deze noodgedwongen kruisingen waren natuurlijk schadelijk voor het ras en de Blauwe Rus werd een hybride. De oorspronkelijke amberkleurige ogen werden mede door deze combinaties groen, zoals ze heden nog steeds zijn en de karakteristieke dubbele vacht ging dikwijls verloren.
In de ’50-er jaren werd de officiële standaard herschreven, doordat door inkruisingen met Siamezen de Blauwe Rus een uitgesproken slanke kat van het Siamese type werd. 
In het midden van de jaren ’60 besloten enkele toegewijde Russenfokkers om terug te keren naar de orginele karakteristieken van het ras: korte wigvormige kop, geprononceerde snorhaar-kussentjes, waardoor de kat lijkt te glimlachen en rechtopstaande oren. 
Deze hernieuwde interesse in het ras leidde ertoe, dat de standaard opnieuw veranderd werd met de uitdrukkelijke vermelding dat "het Siamese type ongewenst was".

Na vele dubieuze veranderingen lijkt de huidige Blauwe Rus in bijna alle aspecten (uitgezonderd de oogkleur) op de originele Archangelsk-Kat.

Een elegant lichaam en de onmiskenbare mooie, stevige dubbele vacht met een zilverzweem onderscheiden de Blauwe Rus van gelijk welk ander ras en maakt hem zo uniek en attractief. 
Het meest opvallende kenmerk is deze dubbele vacht die bestaat uit zeer dicht ingeplant kort haar dat opstaat en kan vergeleken worden met de vacht van een baby-zeehond. 
"Plush" wordt ook dikwijls gebruikt door fokkers. Om de vachtkwaliteit te beoordelen kan je het beste je vinger tegen de haren in in de vacht zetten. De afdrukken moeten achterblijven in de vacht. 
Een mindere pigmentering in de haarpunten zorgt ervoor dat deze kat over het hele lichaam een zilverschijn vertoont. De vachtkleur varieert van licht- over midden- naar donkerder blauw. 
De vacht moet egaal blauw zijn zonder enig spoor van wit in de vacht. Kittens worden meestal geboren met tabby-tekeningen, doch deze verdwijnen naargelang zij volwassen worden. 
Een ander kenmerk van dit ras zijn de amandelvormige groene ogen, die in een wigvormig kopje met platte schedel staan. De gesluierde blik van de Blauwe Rus bezorgde hem de benaming van "Wodka-snoetje". De oren moeten groot en puntig zijn, bijna transparant, breed aan de basis en recht op het hoofd geplaatst.

Hier verschilt de Amerikaanse standaard duidelijk van de Britse in zoverre dat er geen melding wordt gemaakt van de geprononceerde snorhaarkussentjes en de hoge oorstand. Tevens moeten de ogen in de VS groot en rond zijn. 
De poten zijn lang, elegant met ovale voetjes. De voetzoolkussentjes zijn blauw-rose en de neus is leikleurig. De staart is lang en spits toelopend maar niet Oosters en niet té dik aan de inplanting. Kortom, de kat moet in het geheel een evenwichtige, harmonieuze indruk maken.

De Blauwe Rus is stilaan vrij populair geworden. Het is een erg mooi ras en daarenboven rustig, vriendelijk en aanhankelijk. Ze houden erg aan hun vertrouwde omgeving en hebben daarom op shows wel eens de neiging om nukkig en lastig te zijn. Inderdaad, de meeste Ruskies, zoals men ze in Engeland noemt, liggen in hun tentoonstellingskooi opgerold met een blik van "duurt dat hier nog lang"? Bekijk ze maar eens goed.

De Blauwe Rus beschikt over een zacht stemgeluid, behalve wanneer de dames krols zijn! 
Ze zijn verdraagzaam tegenover soortgenoten en andere dieren en schieten uitstekend op met jonge kinderen. 
Alhoewel deze prachtige katten hoe langer hoe minder op tentoonstellingen aanwezig zijn, hebben ze toch een vrij grote populariteit onder kattenliefhebbers verworven. 
Voor hun fokkers is het een uitdaging om de typische raskenmerken in elk nestje te kunnen bewerkstelligen: de typische Russisch Blauwe uitdrukking, d.w.z. een rustige, dromerige blik uit de amandelvormige ogen, de hoog op de kop geplaatste oren en zeker niet te vergeten de geprononceerde snorhaarkussentjes. Ook de vachtkleur is heel belangrijk. Het is niet altijd makkelijk om die korte, stevige, zachte en dichtingeplante vacht te fokken. 
Misschien daarom worden ze op tentoonstellingen extra goed bekeken door keurmeesters. 
Ze zijn en blijven aparte, mysterieuze wezentjes…… maar welke kat is dat niet?

Russisch Wit en Russisch Zwart

We gaan hiervoor terug naar Australië aan het eind van de zestiger jaren. 
Dick en Mavis Jones - Blauwe Russen fokkers – hadden ergens gelezen over Witte Russische katten die leefden in de besneeuwde gebieden in Siberië en ze hadden er zelfs foto’s van ontvangen! 
Het lijkt wel het begin van een sprookje… 
Ze droomden daarom van een prachtige Russische Witte kat, met verder al de karakteristieken van een Blauwe Rus. 
De Jones’ experimenteerden met een slechte witte kat uit Siberië – alhoewel een huiskat zonder stamboom – die ze van een diplomaat van een ambassade in Sydney hadden gekregen in ruil voor een Blauwe Rus. 
Deze witte poes werd gepaard aan één van Jones’ Russische Blauwe dekkaters en in haar nestje werden 2 witte kittens geboren, waarvan het mooiste werd aangehouden en "White Rose" werd genoemd. Er werd een toelating gevraagd om Russisch Wit te mogen fokken en het fokprogramma stond onder supervisie van twee vooraanstaande dierengenetici van de Universiteit van Sydney.

Na 5 jaar intensief en gecontroleerd fokken hadden ze het eindelijk gehaald. Er werd een strikt programma opgezet om ervoor te zorgen dat geleidelijk aan de beste kwaliteiten en karakteristieken van de Blauwe Rus in de Witte Russen zouden overgaan... In juni 1976 stelde de familie Jones 5 volwassen Witte Russen tentoon, evenals een nestje bestaande uit 2 Blauwe en 2 Witte Rusjes.

Maar hoe kwam de Zwarte Rus in het plaatje? 
Heel simpel. In een nest van één van de 3 de generatie witte poezen kwam opeens een zwart kitten tevoorschijn. Begin ’84 hadden de Zwarte Russen van Jones 4 generaties zwart op hun stamboom staan, maar tenminste 10 generaties van Myemgay Blauwe Russen gingen daaraan vooraf. Tot zover het verhaal over het ontstaan van de eerste geregistreerde Witte en Zwarte Russen.

Andere Fokkers zijn nà hen eveneens met de fok van de twee nieuwe kleurslagen o.a. door seal-point Siamezen en zwarte Cornish Rexen in te kruisen. Talrijke fokkers uit Australië en Nieuw-Zeeland hebben veel gedaan om deze nieuwe kleuren populair te maken, o.a. Mrs Hilda Blackmor van de Yaralin cattery. Op dit ogenblik is vooral de Witte Rus erg populair en erg aanwezig bij onze tegenvoeters.

NOK standaard Blauwe Rus (ook voor Wit en Zwart) - Afgeleid van de GCCF standaard

De Rus is een elegante kat van gematigd oosters type, zonder de overdreven lange vorm van de Oosterse Korthaar. Zijn hoog geplaatste oren, amandelvormige groene ogen, vlakke schedel, geprononceerde snorhaarkussentjes te samen met de karakteristieke zachte dubbele vacht zijn kenmerkend voor dit ras. 

Kop: Korte wig met vlakke schedel tussen de oren. Kort wigvormig snuitje met geprononceerde snorhaarkussentjes die de snuit eerder breed laten eindigen. In profiel zijn het voorhoofd en de neus recht, ze maken een lichte convexe hoek ter hoogte van de bovenste oogrand; er mag geen stop of deuk zijn of een recht profiel. Stevige, volle kin en een goed sluitend gebit. Rechte lijn van neuspunt naar kin. Bij kittens lijkt de kop vaak wat ronder en is de hoek van het profiel nog niet zo duidelijk. 
Oren: grote puntige oren, breed aan de basis en verticaal geplaatst. De buitenkant van het oor zet de lijn voort van de bovenkant van de kop – bij katerwangen kan dit iets minder duidelijk zijn. Weinig haargroei aan de binnenzijde van de oren. 
Ogen: amandelvormige ogen; vrij wijd uit elkaar geplaatst, niet klein of diepliggend. Oogkleur schitterend éénkleurig groen; bij kittens mogen de ogen later op kleur komen. 
Lichaam: lang en slank met een gracieuze houding maar wel stevig gespierd. Cobby of zware bouw is ongewenst. 
Poten en Voeten: middelzware beenderstruktuur, lange poten met kleine ovale voeten. 
Staart: matig lang, taps toelopend in verhouding met het lichaam. Mag stevige aanzet hebben, maar geen zweepstaart of rond uiteinde. 
Vacht: de vacht is dubbel met een zeer dicht ingeplante ondervacht. Kort, fijn en zacht. Hij mag niet stug aanvoelen. De vacht is zeer verschillend van de vachtstructuren van andere kortharen en het ware kenmerk van de Rus. 

Kleuren: 
Blauwe Rus: éénkleurig blauw met een duidelijk waarneembare zilverglans. Bij voorkeur middenblauw. De vacht is doorgekleurd tot de haarwortels. De haren vertonen geen ticking of tipping hoewel er in de haarpunt pigment kan ontbreken, waardoor de zilverglans ontstaat. Bij volwassen katten mag geen ghostmarking meer te zien zijn. Neusleertje blauw, voetzolen mogen lichter zijn dan neusleer. 
Witte Rus: zuiver witte vacht zonder gele zweem. Gekleurde kopvlek alleen toegestaan bij kittens. Neusleertje en voetzolen: roze. 
Zwarte Rus: gitzwarte vacht, doorgekleurd tot op de haarwortels. Een bruine zweem is toegestaan bij kittens. Neusleertje en voetzolen: zwart




Puntenverdeling GCCF:

 

Kop en oren

20

Oogvorm en -kleur

15

Lichaam, poten en staart

20

Vachtstructuur

30

Vachtkleur

15

Totaal

100

De Nebelung

 

(Russisch Blauw half-langhaar)

En om hoofdstuk van de Blauwe Russen af te sluiten volgt hier het relaas van de allernieuwste ‘telg’ in de Blauwe Russen familie. 
Dit verhaal is afkomstig van Mrs Cora Cobb uit El Pasa, Texas, die met haar ‘Nebelheim-cattery’ de Nebelungen fok begon in de Verenigde Staten.

Het Nebelungen verhaal begint in 1981 toen een verlaten, zwarte huispoes werd geadopteerd door John Hruza en zijn gezin in Denver, Colorado. Hij noemde de poes Terri en, voordat ze gesteriliseerd werd, schonk ze het leven aan 2 zwarte poesjes. Achteraf bekeken bleek vader een Angora-factor te dragen en één van beiden bezat hoogst waarschijnlijk een Russisch Blauwe voorvader. Carla Cobb’s zoon Karl kreeg Elsa, één van de zwarte poesjes. Ze groeide op tot een mooie kat en zocht zich, ter gepaster tijd een vrijer uit met karakteristieken van een Blauwe Rus. 
Dit resulteerde in de geboorte van een nest op 24-08-1984 van 6 zwarte en blauwe kittens. Mrs Cobb was verbaasd toen één van de blauwe kittens halflangharig bleek te zijn. Ze besloot hem te houden en noemde hem Siegfried, naar haar favoriete opera. 
Mevrouw Cobb die absoluut niets kende van genetica, dacht dat zulk een kitten nooit meer zou voortkomen uit die ouderdieren en was daarom nog meer verbaasd toen in januari van het volgend jaar, uit dezelfde combinatie, weer een blauwe halflanghaar zat, ditmaal een poesje. In dezelfde stijl blijvend, noemde ze haar Brunhilde. Elsa werd na dit nest gesteriliseerd. 
Op dat ogenblik besloot mevrouw Cobb uit te testen of ze met Siegfried en Brunhilde een zuiver blauwe halflanghaarlijn zou kunnen fokken en, indien zo, een nieuw ras creëren. 
Begin september 1985 verhuisde ze, met de katten, van Denver naar El Paso. 

Brunhilde kreeg haar eerste nest op 28-05-1986. De 3 kittens waren het evenbeeld van hun ouders. 

Kort daarna deed Mrs Cobb een aanvraag bij TICA (The International Cat Association) om een nieuw ras tot stand te mogen brengen dat ze "Nebelung" zou noemen (Duits voor Nevelwezen). Zij vond ook dat deze naam goed paste bij het uiterlijk van de katten: "…..nevelkleurige vacht die het lichaam omgaf als een stralenkrans.." 
Mrs Cobb wist amper iets af van de Cat Fancy en kwam in contact met Dr Dolveig Pflüger, de voorzitter van de genetische commissie van TICA. 
Deze laatste was haar erg behulpzaam en samen schreven ze een rasstandaard, die in september 1987 werd aanvaard door TICA.

De Nebelung standaard is die van een langharige versie van de Blauwe Rus. De vacht is lang en zijdeachtig. De Nebelungen moeten lange staarten hebben en "zilverpunten" in de vacht (zoals de legendarische magische vuren…). 
U merkt het, Mrs Cobb is een echte Wagnerfan!!! 

Even belangrijk als het uiterlijk is het karakter: alert en aanhankelijk. Het fokideaal is dezelfde als voor de Blauwe Rus, uitgezonderd de haarlengte. Alhoewel in de V.S. de Blauwe Rus gefokt wordt naar een "foreign body" (fijnere type) wil men de Nebelung toch krachtiger en groter hebben. TICA accepteerde de Nebelungen in de categorie van de nieuwe rasvariëteiten (dit artikel dateert van eind 1989) nu hebben ze wel een kampioensstatus. Nebelungen mogen enkel gepaard worden aan Blauwe Russen.