Parasieten: wat doen we daar aan?
door: Bart de Leeuw, dierenarts Pfizer Animal Health bv
“Parasieten zijn levende organismen die andere levende organismen, gastheren genoemd, nodig hebben om te overleven“. Dat is de formele en wetenschappelijke definitie. In de praktijk houdt dit in dat parasieten continu trachten hun eigen plekje te veroveren en vast te houden. En dat gastheren met de hulp van de afweermechanismen die zij tot hun beschikking hebben juist moeten proberen die parasieten kwijt te raken. In de loop van de evolutie hebben parasieten soms behoorlijk slimme trucjes ontwikkeld om te overleven. Zo lift de honden- en kattenlintworm Dipylidium in zijn levenscyclus grotendeels mee met de vlo: als een kat een besmette vlo oplikt onder het motto “die zijn we mooi kwijt” krijgt hij of zij daar vervolgens gratis een lintworm bij.
En Plasmodium, de parasiet die bij ons malaria veroorzaakt, maakt dankbaar gebruik van het bloeddorstige karakter van bepaalde muskietensoorten.
Gelukkig zal in veel gevallen besmetting met een parasiet weinig gevolgen hebben. Of de gastheer is in staat de parasiet op te ruimen, of er ontstaat een soort gewapende vrede. De parasiet blijft dan wel enige tijd in het lichaam van de gastheer aanwezig maar wordt zodanig onder de duim gehouden dat er geen ziektesymptomen optreden. Als zo’n evenwichtssituatie echter verstoord raakt, bijv. omdat het afweersysteem van de gastheer minder goed werkt, kunnen er wel problemen optreden. Dat zelfde geldt voor besmetting met grote aantallen parasieten (we spreken dan van een hoge “infectiedruk”), of voor bepaalde meer gevaarlijke parasietensoorten.
Parasitaire ziekteverschijnselen kunnen rechtstreeks worden veroorzaakt door de parasiet zelf; we spreken dan van primaire symptomen. Maar ze kunnen ook samenhangen met bijkomende (ofwel secundaire) infecties door bijv. virussen, bacteriën of andere parasieten die hun kans grijpen als de primaire infectie de weerstand van de gastheer heeft ondermijnd.
Het is dus belangrijk uit oogpunt van preventieve diergezondheidszorg om onze huisdieren zo veel mogelijk vrij te houden van parasieten.
Een modern diergeneesmiddel als Stronghold® kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren. In het volgende gedeelte van dit artikel passeren twee van de belangrijkste parasieten bij katten de revue; daarna wordt kort ingegaan op de producteigenschappen van Stronghold®.
Vlooien
De kattenvlo Ctenocephalides felis is wereldwijd verantwoordelijk voor meer dan 70% van alle vlooienbesmettingen, en voelt zich thuis op zeker 50 verschillende diersoorten, inclusief de mens. De belangrijkste symptomen zijn:
- Jeuk: als vlooien bijten om bloed te zuigen scheiden ze via hun speeksel bepaalde stoffen uit. Die zorgen voor irritatie, en zeker bij katten met een allergie voor deze stoffen kan dat tot hevige en hardnekkige huidontstekingen leiden.
- Bloedarmoede en weerstandsverlies: vooral heel jonge of oude katten, en katten die al chronisch ziek zijn kunnen worden “leeggezogen” door volwassen vlooien, die op één dag tot 140% van hun eigen lichaamsgewicht aan bloed kunnen opnemen.
- Overdracht van andere ziektes: vlooien kunnen allerlei virussen, bacteriën (zoals de verwekker van kattenkrabziekte), andere parasieten (lintworm) maar ook huidschimmels (“ringworm”) van kat op kat overbrengen.
De levenscyclus van de vlo kent vier stadia: vlo --> eitje --> larve --> pop. Alleen volwassen vlooien leven op het dier, en zijn natuurlijk het meest zichtbaar. Zij vormen echter het topje van de ijsberg: slechts 5% van de hele levenscyclus bestaat uit volwassen vlooien op het dier. De overige 95% van het probleem wordt gevormd door de eitjes, larven en poppen in de leefomgeving!
Echt effectieve vlooienbestrijding bestaat dus niet alleen uit het gebruik van middelen die de volwassen vlo doden, maar moet ook middelen omvatten die op larven en eitjes werken: een geïntegreerde controle van de levenscyclus van de vlo.
Spoelwormen
Bij gemiddeld zo’n 15% van de katten in Nederland kunnen in de darm volwassen exemplaren worden gevonden van de kattenspoelworm, Toxocara cati. Bij kittens, fokdieren en zwerfkatten wat vaker, bij geïsoleerd levende huiskatten wat minder dan gemiddeld. Een volwassen spoelworm produceert tot 200.000 eitjes per dag, die vervolgens vele jaren in de omgeving als besmettelijk eitje aanwezig kunnen blijven. Katten kunnen dus besmet raken vanuit de omgeving, zowel direct als via zgn. tussengastheren: regenwormen, kevers, muizen, kleine vogels etc. Kittens worden zelfs al besmet door hun moeder: de melk bevat de besmettelijke larven. Later komen daar de infecties vanuit de omgeving bij.
Zowel de volwassen wormen in de darm als de larven, die een uitgebreide trektocht door het lichaam maken, veroorzaken ziektesymptomen. Daarnaast is de kattenspoelworm, net als de hondenspoelworm, een zgn. zoönose: niet alleen dieren maar ook mensen kunnen makkelijk besmet raken door de eitjes in de omgeving. Dat resulteert weliswaar niet in de ontwikkeling van volwassen spoelwormen in de darm, maar de trektocht die de larven maken door het lichaam veroorzaakt vooral bij kinderen de nodige klachten. Bij kinderen met aanleg voor asthma bijvoorbeeld kunnen de asthmasymptomen worden opgewekt door deze larven. Regelmatige en consequente ontworming is dus niet alleen van belang voor de kat, maar ook voor de volksgezondheid. Daarbij kan het volgende schema worden gehanteerd:
- Voor min of meer geïsoleerd levende binnenkatten is 1 of 2 keer per jaar ontwormen genoeg.
- Fokdieren en katten die buiten komen moeten minimaal 2x per jaar worden ontwormd, maar zeker buitenkatten liever nog vaker.
- Kittens moeten worden ontwormd op 4, 6 en 8 weken leeftijd, en daarna iedere 2 maanden tot ze een half jaar oud zijn.
- Zogende moederdieren moeten tegelijk met hun kittens worden ontwormd.
Ontworming van drachtige dieren kan zinvol zijn; overleg met de dierenarts over de keuze van het juiste middel en tijdstip van toediening is daarbij belangrijk.
Wat doet Stronghold®?
Stronghold® is een zgn. spot-on, die wordt toegediend op de huid in de nek. De werkzame stof, selamectine, wordt zeer snel opgenomen: reeds een half uur na toediening mag de kat al weer worden geaaid, of mogen katten elkaar weer likken. Er ontstaat snel een werkzame bloedspiegel en er vindt verspreiding plaats via de talgklieren; beide duren minimaal 30 dagen. Daarnaast wordt selamectine actief uitgescheiden in het darmkanaal. Deze combinatie van werking in bloed, talg en darm zorgt voor een effectieve bestrijding van een groot aantal parasieten:
- Volwassen vlooien op het dier worden gedood, maar tegelijkertijd worden larven en eitjes in de omgeving effectief geëlimineerd doordat selamectine zich ook daar verspreidt: via huidschilfers, haren en vlooienpoepjes. Daardoor worden met één middel drie van de vier levensstadia van de vlo bestreden (geïntegreerde levenscyclus controle). Hierdoor is Stronghold® ook geregistreerd voor de behandeling van vlooienallergie.
- Volwassen spoelwormen (en haakwormen) in de darm worden gedood; daarnaast heeft wetenschappelijk onderzoek ook een bepaalde werking aangetoond tegen spoelwormlarven die in het lichaam van de zwangere poes circuleren en zich o.a. in de melkklieren kunnen nestelen.
- Infecties met bijtende luizen worden effectief bestreden door eenmalige behandeling van de besmette katten met Stronghold®.
- Oormijtinfecties bij de kat worden volledig geëlimineerd door eenmalige toediening van Stronghold®. Omdat symptoomloze dragers van oormijt regelmatig voorkomen is het verstandig ook contactdieren te behandelen die geen verschijnselen lijken te hebben.
- Stronghold® is geregistreerd voor de preventie van hartworm, een door muskieten overgebrachte ziekte die in Europa voorkomt beneden de lijn Parijs – Milaan.
Omdat de werkzame stof van Stronghold® door het lichaam wordt verspreid is het prettig te weten dat het een uiterst veilig middel is. Behalve een incidentele, voorbijgaande kaalheid op de plek van toediening zijn er geen bijzondere bijwerkingen bekend, ook niet als het per ongeluk zou worden overgedoseerd. Het is een heldere kleurloze vloeistof die geen sporen nalaat. Stronghold® mag worden toegepast vanaf 6 weken leeftijd, en is ook volstrekt veilig voor zwangere of zogende dieren. Maandelijkse behandeling van zwangere en zogende dieren mag dan ook worden toegepast om kittens in het nest tot de leeftijd van 7 weken vrij te houden van vlooien zonder ze rechtstreeks te hoeven behandelen: de zgn. nestbescherming. Combinatie met andere diergeneesmiddelen is geen probleem.
Stronghold® is uitsluitend verkrijgbaar bij de dierenarts, en voor katten zijn er twee verpakkingen: een voor kittens/pups, en een voor volwassen katten. De dierenarts is de aangewezen plek voor nadere informatie, maar voor eventuele vragen is ook het volgende e-mail adres beschikbaar: strongholdinfo@pfizer.com